Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Veevoeding

betekenis & definitie

o., het voeren van vee.

De leer van de veevoeding houdt zich bezig met het op economische wijze voldoen aan de voedingseisen van de dieren, waarbij het profijt voor de veehouder maximaal moet zijn. Bij de voeding wordt gelet op de behoeften van het dier en op de invloed die het voer heeft op de dierlijke eindprodukten (melk, vlees, eieren, spek). De laatste jaren wordt voorts gelet op de invloed die op het milieu kan worden uitgeoefend.

Het begin van de leer van de veevoeding dateert uit de eerste helft van de 19e eeuw; in de tweede helft van die eeuw werd de veevoeding sterk chemisch onderbouwd, terwijl rond de eeuwwisseling de fysische aspecten aan de orde kwamen. In de 20e eeuw werden de mineralen en vitamines in de voeding belangrijk, kort voor de Tweede Wereldoorlog de aminozuren (bouwstenen van het eiwit) en na 1945 de antibiotica en andere hulpstoffen. Had de voeding van het vee aanvankelijk vooral de aandacht voor de hoken staldieren, thans wordt er gedurende het gehele jaar op de voeding van het vee gelet.

De behoeften van de dieren zijn afhankelijk van de diersoort, de diercategorie (leeftijd, produktierichting) en de produktie. Aan de hand van duizenden proeven zijn de behoeften vastgelegd in de zgn. voedernormen. De veehouder dient deze normen economisch te vertalen door te letten op de onderlinge prijsverhoudingen tussen de voedermiddelen en op de produktiekosten en prijzen van de eindprodukten.

< >