v. (ook: pastoralisme), economisch systeem waarbij de voedsel-en handelsprodukten voornamelijk betrokken worden van gedomesticeerde dieren.
Bij veeteeltvolken kunnen de produkten van de dieren voor een groot deel in de materiële behoeften van de samenleving voorzien: voedsel (vlees, melk), kleding en woningen (huiden), transport (lastdieren), gebruiksvoorwerpen (horens, beenderen). Meestal is het vee echter veel meer dan een economisch object: het speelt in de sociale organisatie een grote rol; een grote kudde betekent hoge status en veel invloed voor de eigenaar; belangrijke overeenkomsten zoals huwelijksovereenkomsten (-bruidsprijs) worden bezegeld met de overdracht van vee; boetes moeten in vee worden betaald, enz. Veel veeteeltvolken leiden een nomadisch bestaan, doordat steeds moet worden gezocht naar nieuwe weidegronden.
LITT. C.D.Forde, Habitat, economy and society (3e dr. 1966).