(zat vast, heeft vastgezeten), zo zitten (geplaatst zijn) dat geen beweging mogelijk is: in de modder vastzitten; aan de grond zitten, gestrand zijn: het schip zit vast op een bank; het verkeer zit vast, er is geen voor-of achteruit mogelijk; 2bevestigd zijn: die spijker zit behoorlijk vast; in de gevangenis zitten: hij heeft een jaar vastgezeten; (fig.) niet meer weten, wat te zeggen; (fig.) ergens aan vast zitten, van personen, er niet af kunnen (met betrekking tot een koop, een belofte, een verbintenis enz.): door die handtekening zat hij er aan vast; daar zit heel wat aan vast; vastzitten op, (fig.) op iets blijven steken.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk