(legde vast, heeft vastgelegd), vastmaken: een schip vastleggen aan de wal; beletten te verstuiven (door beplanting): duinen vastleggen;
(vermogen, gelden) zodanig beleggen dat het niet onmiddellijk beschikbaar is: er is veel kapitaal in gebouwen en machines vastgelegd; zich vastleggen op zich binden aan: de regering legt zich niet op een uitspraak vast;
(fig.) registreren: iets op een plaat vastleggen; iets schriftelijk vastleggen, op schrift stellen (om onzekerheid, ontwijking enz. te voorkomen).