[Eng.], gasstremming; in een verbrandingsmotor de vorming van dampbellen in de carburator en/of toevoerleiding, waardoor de toevoer van benzine stagneert. De dampbellen ontstaan door de aanwezigheid van een te hoog percentage aan zeer lichte fracties, zoals propaan en butaan.
De bellen hopen zich op in het hoogste gedeelte van de brandstoftoevoerleiding. Ze ontstaan vooral wanneer de leiding te dicht in de buurt van de (hete) motor aangebracht is. Om zeker te zijn dat een benzine geen neiging tot vapour lock bezit, wordt ze vóór de aflevering op haar dampspanning gecontroleerd.