v.,
1. kunst om valken af te richten;
2. de jacht met valken;
3. valkenhuis. De valkerij is waarschijnlijk afkomstig uit de Aziatische steppen en heeft zich sinds ca.300 v.C. verbreid over Europa. Vanaf 500 n.C. was de valkerij in Europa, vooral bij vorstelijke personen, algemeen in zwang. Overal werden scholen voor het africhten van valken gesticht, waarvan internationaal de beroemdste was die van Valkenswaard (dat zijn naam aan de valkerij ontleent). Sinds de 18e eeuw stierf de sport in Europa langzamerhand uit, m.n. door de premies die men voor jachtvogels uitloofde. Het Ned. Valkeniersverbond ‘Adriaan Mollen’ beoefent het africhten van valken nog op bescheiden schaal. Ook in Engeland is de africhting van valken nog enigszins in zwang. In Nederland kan men uitsluitend met een vergunning jagen met de slechtvalk en de havik. In België is het in bijzondere gevallen toegestaan te jagen met havik, sperwer en valk.
LITT. A.E.Swaan, De valkerij in de Nederlanden (1937); J.M.P.van Oorschot, Vorstelijke vliegers en Valkenwaardse valkeniers sedert de 17e eeuw (diss. 1974).
