geslacht van Zuidned. schilders, afkomstig uit Leuven.
Lucas (1530 Leuven, ♱1597 Frankfort aan de Main), werd in 1560 vrijmeester te Mechelen en vestigde zich ca.1565 te Antwerpen. Om zijn protestantse geloofsovertuiging week hij in 1566 uit naar Aken. Te Linz was hij in dienst van aartshertog Matthias, stadhouder van de Nederlanden. Tenslotte vestigde hij zich in 1593 in Frankfort aan de Main. Lucas schilderde landschappen van klein formaat die de invloed verraden van Patinir en Brueghel. Zijn broer Maarten (1535 Leuven, ♱1612 Frankfort aan de Main) werd in 1559 opgenomen in het SintLucasgilde te Mechelen en vestigde zich ca. 1565 te Antwerpen, waarna hij met Lucas naar Duitsland vluchtte.
Van 1584—85 verbleef hij opnieuw te Antwerpen, daarna te Frankfort aan de Main. Het werk van Maarten is moeilijk te onderscheiden van dat van zijn broer. Frederik (1565 Antwerpen, ♱1623 Neurenberg) en Gillis (1570 Antwerpen, ♱1622 Frankfort aan de Main) vestigden zich in 1586 met hun vader Maarten te Frankfort aan de Main. Zij reisden ca.1590 naar Italië, waar zij o.a. werkzaam waren te Rome en Venetië. Gillis keerde terug naar Frankfort en werd vooral bekend om zijn historische taferelen. Frederik trok naar Neurenberg en schilderde landschappen, stadsgezichten, genrescènes en historische taferelen.
LITT. A.Wied, Lucas van Valkenborgh (1970); C.C.van Valkenburg, Het Vlaamse schildersgeslacht van Valckenborgh (in: Oud-Holland, 1971).