[Hd. Lat.], v. (-s),
1. (scheikunde) het getal waarmee van een element wordt aangegeven hoeveel atomen waterstof het per atoom kan binden of vervangen, waardigheid: de van stikstof is drie of vijf;
2. (stereochemie) valentievector, d.w.z. de resultante van het krachtveld waardoor de binding kan worden voorgesteld.