Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Vaatbundel

betekenis & definitie

m. (-s), complex van bundeltjes vaten die verlopen in de nerven van bladeren en stengels.

Een vaatbundel maakt deel uit van de stele en bestaat uit een houtgedeelte (xyleem), waarin tracheale (watervoerende) elementen (tracheïden) en een of twee bastgedeelten (floëem), waarin zeefvaten het vervoer van assimilatieprodukten verzorgen (bast). In stengels van Monocotyledones liggen de vaatbundels verspreid in de stengel; in stengels van Gymnospermae en Dicotyledones liggen ze in een krans rond het merg. Bij concentrische vaatbundels is het xyleem rondom omgeven door het floëem (varen) of juist andersom (sommige wortelstokken). Bij Monocotyledones sluit het xyleem aan het floëem aan (gesloten vaatbundel). In open vaatbundels ligt cambium tussen xyleem en floëem, het fasciculaire cambium, dat samen met het interfasciculaire cambium een ononderbroken ringvormig meristeem in de stengel vormt, dat de secundaire diktegroei verzorgt. De onverhoute wortel heeft één centrale (radiale) vaatbundel, bestaande uit enkele xyleemen floëemgedeelten, waartussen het cambium ligt, dat later, bij de verhouting van de wortel, door delingen de secundaire diktegroei verzorgt.

< >