[Lat. vos], v./m. (vazen), kunstig vaatwerk, meestal meer hoog dan breed en met een vernauwde hals, met of zonder oren.
Vaas is sinds ca.1700 de benaming voor kunstzinnig bewerkt vaatwerk, m.n. voor aardewerk vazen uit de klassieke oudheid (keramiek). Later werd vaas een algemene aanduiding voor allerlei vaatwerk van zeer uiteenlopende vorm en materiaal, dat een zeer ruim gebruik vond: huishoudelijk, wetenschappelijk, ritueel, liturgisch (keIk), en ook als siervoorwerp bij woningbouw en -inrichting en in de tuinarchitectuur.