Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

V1

betekenis & definitie

[Du. Vergeltung Eins], m. (-’s), Duits onbemand straalvliegtuigje bestuurd door een automatische piloot, dat met ca. 1000 kg explosieve lading gebruikt werd als vliegende bom.

De V1 (ook FZG-76 of Fieseler Fi-103) werd gebouwd in de Fieseler Werke te Kassei. De naar achteren toe smaller wordende cilindrische romp (6,60 m bij 0,83 m) bezat twee vleugels (spanwijdte 5,40 m) en bovenop de staartvlakken de straalmotor (3,43 m bij 0,58 m). Totale lengte 7,75 m. Achter de neus bevond zich de lading, vervolgens de benzinetank (600 dm3), twee tanks met samengeperste lucht en de automatische piloot. Startgewicht 2150 kg, snelheid 650 km/h, vlieghoogte 2 km, reikwijdte ca. 300 km. De eerste V1 werd op 13.6.1944 vanuit Noord-Frankrijk naar Engeland af geschoten met een katapult.

Van juni 1944—mrt. 1945 werden er ca. 21000 gelanceerd (ca. 8000 uit Frankrijk). Van de 9300 bestemd voor Engeland stortten 2000 neer bij de start door mankementen, 24 % werd neergehaald door Britse luchtverdedigingsjagers, 17 % door luchtdoelartillerie, 5 % door sperballons, ca. 2400 bereikten Groot Londen. Vanuit Nederland werden er 8700 naar Antwerpen en 3100 naar Luik gelanceerd teneinde de geallieerde aanvoer te hinderen. In 1944 zijn nog pogingen gedaan de VI geschikt te maken voor pilootbesturing. Hangend aan een vliegtuig zou het wapen binnen doelbereik gevlogen moeten worden, waarna de vlieger het wapen in een zelfmoordvlucht op het doel zou brengen. Deze ontwikkeling kostte echter te veel tijd.

V2. LITT. H.Reitsch, Fliegen mein Leben (1956).

< >