[Hebr., de Heer is mijn licht], oudtestamentische figuur, soldaat uit de Hettitische lijfwacht van koning David, wiens vrouw Bathseba door de koning werd verleid. David gaf Uria daarop een brief voor zijn commandant mee, waarin deze gelast werd Uria in het gevecht tegen Ammon in de voorste gelederen te plaatsen (2 Sam.11).
De opzet gelukte: Uria sneuvelde in de strijd, zodat de koning Bathseba kon huwen.