v. (-rae, -’s), urinebuis of pisbuis, de (niet-gepaarde) buis, die van de urineblaas naar buiten leidt.
De urethra is bij de vrouw slechts 2 cm lang en mondt vlak voor de schede tussen de schaamlippen in de vulva uit. Waar de urethra uit de urineblaas komt, wordt zij omgeven door een gladde kringspier, terwijl even lager een dwarsgestreepte kringspier verloopt. Deze spier is van belang bij het onder controle houden van de reflex die voor de blaaslediging zorgt. Bij de man is de urethra 10 cm lang en verloopt langs de onderzijde van de penis naar de eikelpunt. Door de urethra wordt ook het sperma geloosd. Het is mogelijk om een holle buis (cystoscoop) door de urinebuis te voeren en zodoende de wand van de urineblaas te onderzoeken of kleine operaties uit te voeren.