Miguel de, Spaans letterkundige en wijsgeer, *29.9.1864 Bilbao, †31.12.1936 Salamanca. De Unamuno y Jugo was sinds 1891 hoogleraar Grieks en sinds 1901 tevens rector van de universiteit te Salamanca.
Onder zijn invloed en die van A.Gavinet ontstond de ‘generatie van 98’ (zie Spanje, LITTERATUUR). Van 1924–30 verbleef hij als balling in Frankrijk. In 1936 uitte hij felle kritiek op de gewelddaden die in de Spaanse Burgeroorlog werden bedreven, wat tot gevolg had, dat hij uit al zijn functies werd ontheven. De Unamuno y Jugo schreef romans, gedichten, essays en toneelstukken. Al deze genres worden gekenmerkt door een zelfde onrust. De uiterlijke vorm was voor hem bijzaak, doordat zijn innerlijke worsteling, het zoeken naar God en zijn dorst naar onsterfelijkheid hem obsedeerden.
Zijn gedichten (Cancionero, 1953) zijn stroef van vorm. De Unamuno y Jugo, die zich verwant voelde met S.Kierkegaard, zag het leven als een tragiek en de filosofie als een uitdrukking daarvan. Hij sloot in zijn geloof èn in zijn twijfel aan bij de Spaanse mystiek van Teresa van Avila en Johannes van het Kruis. In En torno al casticismo (1895) ontleedde hij de oorzaken van de nationale decadentie en gaf hij wegen tot herstel aan voornamelijk zelftucht. Zijn werken Andanzas y visiones españolas (1902) en Por tierras de Portugal y España (1911) oefenden vooral op de Spaanse jeugd invloed uit. In Vida de don Quijote y Sancho (1906) geeft hij een zeer persoonlijke kijk op het werk van M.de Cervantes en op het Spaanse volk.
Zijn bekendste werk is de gedichtencyclus El Cristo de Velázquez (4 dln. 1920), waarin zijn religieuze theorieën tot uiting komen. Dit werk was tevens de introductie van het rijmloze vers in de Spaanse dichtkunst. Werken: kritieken en beschouwingen: Contra esto y aquello (1894), Del sentimiento trágico de la vida (1913), La agonía del cristianismo (1925); romans: Paz en la guerra (1897), Niebla (1914), Abel Sánchez (1917), La tía Tula (1921), San Manuel Bueno (1933); poëzie: Cancionero (1928–36). Uitgaven: Obras completas (16 dln. 1959–64); Teatro completo (1959); España y los españoles (1955); En el destierro (1958).
LITT. J.B.Trend, Unamuno (1952); F.Meyer, L’ontologie de M.de Unamuno (1955); J.F.Mora, Unamuno, a philosophy of tragedy (1962); F.Schürr, M.de Unamuno (1962); D.Basdekis, M.de Unamuno (1969).