verzamelnaam voor de oudste en belangrijkste teksten van de Ierse heroïsche epiek (7e—9e eeuw). De voornaamste plaats van handeling is het hof van Conchobar mac Nessa, koning van Ulster.
De Ulstersage speelt in het heroïsche tijdperk (tot de 6e eeuw n.C.) en verhaalt over rooftochten, strijdkampen en magie. De belangrijkste tekst is Táin bó Cuailgne (Roof der runderen uit Cuailgne), een rooftocht opgezet door de heersers van Connacht tegen de rijkdommen van Ulster. Het verhaal speelt zich af in een sfeer van magie en heldennoodlot. Met Táin bó Cuailgne hangen vele verhalen over eerdere gebeurtenissen (aanleiding tot vijandschappen, vroegere avonturen van hoofdpersonen enz.) samen. Deze verhalen, die men tot beter begrip van de situatie moet kennen, worden remscéla (voorgeschiedenissen) genoemd. Hiertoe behoren: Deirdre en de zonen van Usnach, De ontvangenis van Cuchulainn, De ontvangene van Conchobar, Het verhaal van het zwijn van Mac Dathó, Het feestmaal van Bricriu.
Uitgaven: door M.Byrnes en M.Dillon (1933), door J.C.Watson (1941).
LITT. T.Cross en C.Slover, Ancient Irish tales (1937); G.Murphy, Saga and myth in ancient Ireland (1955).
