plantengeslacht uit de familie Ulmaceae, met 24 soorten bomen of heesters uit Eurazië. Bladeren aan de takken 2-rijig scheef, met gezaagde rand, ruw.
Bloemen vroeg in het voorjaar in kluwens aan de takken. Vrucht met brede vleugel rondom. De meeste in de Benelux aangetroffen iepen of olmen zijn bastaarden. Als zowel wilde als (eertijds) gekweekte soorten komen voor: Ulmus carpinifolia, gladde iep, en U. laevis, steeliep (met langgesteelde bloemen, 5—8 meeldraden en gewimperde rand aan de vruchtvleugel). Uitstervend (door de iepeziekte) U. hollandica (misschien een kruising van bergiep, U. scabra, en U. carpinifolia).U. carpinifolia telt enige siervormen: met hangende takken ‘pendula’ (treuriep), met gekroesd blad ‘dampieri' (kruliep) en ‘suberosa’ met kurkschors (kurkiep).