(streek uit, heeft en is uitgestreken),
1. doorhalen, uitwissen;
2. verspreiden over een oppervlak: metselspecie uitstrijken;
3. door strijken doen verdwijnen: kreukels en plooien uitstrijken.
Gepubliceerd op 31-01-2022
betekenis & definitie
(streek uit, heeft en is uitgestreken),
1. doorhalen, uitwissen;
2. verspreiden over een oppervlak: metselspecie uitstrijken;
3. door strijken doen verdwijnen: kreukels en plooien uitstrijken.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: