(mendelde uit, heeft en is uitgemendeld), het doen ontstaan van nieuwe genotypen in de nakomelingenschap van een kruisbevruchter of van een F1 van twee zelfbevruchters.
Het uitmendelen van nieuwe genotypen geschiedt o.a. volgens de wetten van Mendel (Mendel, wetten van). Bij kruisbevruchters zijn de nieuwe genotypen vaak letaal of subletaal en vertonen dan inteeltverzwakking.