(liet uit, heeft uitgelaten),
1. naar buiten, uit het huis, uit de kamer laten: iemand uitlaten, hem tot aan de deur geleiden; de hond uitlaten, naar buiten laten gaan;
2. kenbaar maken, uiten: zich uitlaten, zich uiten, zijn mening zeggen over.
Gepubliceerd op 31-01-2022
betekenis & definitie
(liet uit, heeft uitgelaten),
1. naar buiten, uit het huis, uit de kamer laten: iemand uitlaten, hem tot aan de deur geleiden; de hond uitlaten, naar buiten laten gaan;
2. kenbaar maken, uiten: zich uitlaten, zich uiten, zijn mening zeggen over.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: