(kookte uit, heeft en is uitgekookt),
1. bij het koken uit iets lopen: het ei is uitgekookt;
2. door koken ontdoen van wat erin zit: benen, vet uitkoken, het merg, de vetdelen door koken afzonderen; door koken zuiveren: de was uitkoken.
Gepubliceerd op 31-01-2022
betekenis & definitie
(kookte uit, heeft en is uitgekookt),
1. bij het koken uit iets lopen: het ei is uitgekookt;
2. door koken ontdoen van wat erin zit: benen, vet uitkoken, het merg, de vetdelen door koken afzonderen; door koken zuiveren: de was uitkoken.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: