v. (-en),
1. het bedrijf van de uitgever;
2. uitgeverszaak.
Tot in de 19e eeuw was de uitgever bijna altijd tevens drukker en boekhandelaar (boekdrukkunst, boekhandel). In de 19e-20e eeuw werden de uitgevers de spil van de boekenproduktie: zij trekken auteurs aan, geven drukkers opdrachten en verspreiden het boek. Tot de taken van de uitgever behoren: acquisitie (verkrijgen van manuscripten; de in de handel gebrachte werken noemt men het fonds van een uitgeverij), calculatie (kostenberekening), redactie (beoordelen en persklaar maken van manuscripten), produktie (opdrachten aan clichémaker, drukker en binder) en exploitatie of distributie (verspreiding en reclame).
Men onderscheidt vier groepen: algemene, educatieve, wetenschappelijke en multimediale uitgeverijen; de laatste leveren ook niet-grafische produkten, o.a. audiovisuele middelen. Nederland telt thans ca. 450 uitgeverijen. Van 1969-75 vond veel concentratie plaats door overneming en fusering: er zijn thans 18 uitgeversconcerns (ca. 100 uitgeverijen omvattend), die te zamen ca. 50 % van de Ned. boekenproduktie verzorgen; de grootste zijn VNU, Elsevier, Kluwer en icu. In totaal worden in Nederland jaarlijks bijna 12 000 titels uitgegeven; de verspreiding vindt voor het grootste deel plaats via het nationale distributiecentrum CB/Distri (samenvoeging van Centraal Boekhuis en Distriboek). In België staan thans 236 beroepsuitgevers officieel geregistreerd in het depot van de Koninklijke Bibliotheek.
In Nederland bestaat sinds 1815 de Vereeniging ter Bevordering van de Belangen des Boekhandels, waarin grote zeggenschap hebben de organisaties van de boekverkopers (Ned. Boekverkopersbond, NBB) en die van de uitgevers: Koninklijke Ned. Uitgeversbond (KNUB, opgericht 1880). Deze instantie handhaaft de uniforme boekenprijzen en verzorgt een schriftelijke cursus voor het uitgeversbedrijf. De Frederik Muller Akademie te Amsterdam is een hogere beroepsopleiding voor bibliotheek, documentatie, boekhandel en uitgeverij. De tijdschriftuitgevers hebben zich verenigd in de Ned.
Organisatie van Tijdschriftenuitgevers (NOTU, opgericht 1949), de dagbladuitgevers in de Vereniging De Ned. Dagbladpers (opgericht 1908).
In België vormen de Vereniging van Uitgevers van Nederlandstalige Boeken (VUNB) en de Association Belge des Éditeurs de Langue Française (ABELF) te zamen de Federatie van Belg. Uitgevers. Het uitgeversbedrijf in Vlaanderen is voor een groot deel in handen van Ned. concerns, die eigen vestigingen hebben in Brussel of Antwerpen, maar ook Vlaamse uitgeverijen hebben overgenomen. Belangrijke overnamen waren die van Manteau (1965) door Van Goor, van Heideland-Orbis (1975) door Kluwer, en van Standaard Uitgeverij (1976) door BührmannTetterode.
Ook op de Franstalige markt in België spelen buitenlandse concerns een grote rol. Voorbeelden zijn Sequoia en Marabout, die resp. worden gecontroleerd door Elsevier en Hachette. De Vereniging tot Bevordering van het Vlaamse Boekwezen werkt samen met de Ned. beroepsvereniging. De uitgevers van wetenschappelijke tijdschriften zijn lid van de Vereniging voor Periodieke Pers; de dagbladuitgevers zijn verenigd in de Belg. Vereniging van Dagbladuitgevers. Internationale Organisatie: International Publishers Association (IPA). De Frankfurter Buchmesse is jaarlijks een internationale ontmoetingsplaats van uitgevers.
LITT. S.Unwin, The truth about publishing (1926); P.Hagers, Inleiding tot het uitgeversberoep (1964);
F. A.Munby en I.Norrie, Publishing and bookselling (1974).