o. (mv.), (ook: uilen), Noctuidae (‘nachtvlinders’), een familie van vlinders, gekenmerkt door de grote ogen en langwerpige voorvleugels; de brede achtervleugels zijn in rust geplooid.
Uiltjes zijn avonden nachtdieren; overdag zijn zij goed beschermd door schutkleuren. Enkele soorten, b.v. de gamma-uil of pistooltje, vliegen ook in de volle zon. De rupsen verpoppen zich in schorsspleten, tussen bladeren of in de grond. Sommige soorten overwinteren in volwassen toestand, zodat zij vroeg in het voorjaar al rondvliegen. Voorbeelden: aardrupsen (Agrotis), agaatvlinders, Apatele, bastaardhoornvlinder, (gewone) dennerups of denne-uil, huismoeder, hycana (Cosmia), kooluil, weeskind (Catocala).