(thans: Es-Soer), stad in Libanon, aan de kust van de Middellandse Zee, oudtijds een van de belangrijkste handelssteden van Fenicië. Over het ontstaan van Tyrus is vrijwel niets bekend.
De stad bestond reeds ca. 1500 v.C. en had toen nauwe relaties met Egypte. De grote bloei begon na de invallen van de Zeevolken (ca. 10e eeuw v.C.). De Baal van Tyros (Melkart) was een bekende en ook in later tijden veel vereerde godheid. Van ca.970 v.C.-936 v.C. werd Tyros door Hiram i bestuurd, die goede betrekkingen onderhield met de koningen David en Salomo van Israël. Gegevens over de vroege geschiedenis vindt men behalve in het OT ook bij Flavius Josephus, die gedeelten uit de Koningsannalen van Tyros (die tot ca.1000 v.C. zouden teruggaan) citeerde. In de 9e eeuw v.C. domineerde Tyros Sidoon en droeg de toenmalige koning, Ethbaal (de vader van lzébel), de titel koning van de Sidoniërs.
Hij werd opgevolgd door Baälazor II, Mattan en Pygmalion (ca.820 v.C.—775 v.C.). Tijdens de regering van laatstgenoemde vluchtte de koningsdochter Elissa (Dido), die in 814 v.C. met haar volgelingen Carthago stichtte. De latere ontwikkeling van Tyros werd bepaald door de toenemende handel en de problemen veroorzaakt door het Assyrisch-Babylonisch imperialisme. Hoewel de eilandstad moeilijk in te nemen was, moesten de Tyrische vorsten zich toch verscheidene malen onderwerpen en tribuut betalen. De Assyrische koning Esarhaddon sloot in 677 v.C. een verdrag met Bacloe van Tyros, waarbij laatstgenoemde een vazal van Assyrië werd. Van dit verdrag is de tekst gedeeltelijk bewaard.
In 573 v.C. onderwierp Tyros zich na een dertienjarig beleg aan Nebukadnezar. In 538 v.C. moest Tyros de soevereiniteit van de Perzen erkennen, waarna een nieuwe bloeiperiode begon. In 332 v.C. werd de stad door Alexander de Grote ingenomen en gedeeltelijk verwoest. Alexander legde een dam aan naar de eilandstad. Onder de Seleukiden (sinds 198 v.C.) en de Romeinen (sinds 68 v.C.) bloeide Tyros opnieuw o.a. door de handel in purper en zijden stoffen. In 638 veroverden de Arabieren de stad en van 1124-1291 was zij in handen van de kruisvaarders (keizer Frederik Barbarossa ligt in de kathedraal aldaar begraven). De archeologische onderzoekingen naar de oorsprong van de stad waren beperkt en stuitten op vele moeilijkheden doordat een deel van de stad nu onder water ligt.
LITT. N.Jidejian, Tyre through the ages (1969); C.
J.Katzenstein, History of Tyre (1973); P.M.Bikai, The pottery of Tyre (1978).