m., (ook: twern, tweern), (textielindustrie)
1. garen dat uit twee of meer garens samengedraaid (getwijnd) is tot één garen (niet te verwarren met twist) ;
2. het aantal draaiingen per lengte-eenheid (b.v. meter) van getwijnd garen.
Twijn is de draaiing van twee of meer ineendraaiende draden van een enkelvoudig garen of voorgarens die, zelf gesponnen uit vezels, daarbij ineengedraaid (getwist) zijn. Het is bij het twijnen gebruikelijk, de garens de tegengestelde draairichting van die van de gesponnen draad te geven. Wanneer men met Z-twist (rechtsomdraaiend bij een vooruitgaande beweging) gesponnen draden S (linksomdraaiend) twijnt, verkrijgt men een sterke draad die een groot volume heeft. Dit volume is van belang bij geweven doek. Zou men een S-getwijnd garen uit draden met S-twist verwerken, dan zou een te hol weefsel ontstaan. Wordt dit voor kleding gebruikt dan kan men zien wat eronder gedragen wordt. Voor sommige stoffen, b.v. vitrage, zal men juist deze schrale garens willen gebruiken, twijnmachine, effecttwijnen.