m. (-en), explosiemotor waarbij arbeidsproces of kringloop in twee slagen (één heen-en één teruggaande slag) van de zuiger plaatsvindt.
Een tweetaktmotor werkt als volgt.
1. Bij de opgaande zuigerbeweging worden uitlaat-en spoelpoort gesloten. Daarna begint de compressie van de opgesloten lucht. Onder de zuiger gaat de inlaatpoort open en lucht stroomt de krukkast in.
2. Wanneer de zuiger in de topstand (bovenste dode punt) is gekomen, is de compressie maximaal. Er wordt brandstof ingesloten en gelijktijdig ontstoken (ontsteking). De explosie perst de zuiger neer: begin van de arbeidsslag.
3. Tijdens de neergaande zuigerbeweging sluit eerst de inlaatpoort in de krukkast, waarna drukverhoging in de krukkast ontstaat. Dan komt de uitlaatpoort vrij zodat de druk in de cilinder wegvalt. Ook de spoelpoort is vrij zodat de krukkastlucht in de cilinder gedreven wordt en de verbrandingsgassen verdrijft.
4. Is de zuiger in het onderste dode punt gekomen, dan zijn in-en uitlaatpoort geheel vrij en begint de volgende opgaande slag omdat de as nog ronddraait als gevolg van een vliegwiel op de krukas of omdat een tweede cilinder kracht uitoefent. De kringloop herhaalt zich. Voor het spoelen moet de krukkast verdeeld worden naar het aantal cilinders. De toevoer van lucht en de afvoer van verbrandingsgassen, het spoelproces, kan op verschillende manieren plaats vinden:
1. omkeerspoeling, aan een zijde van de cilinder de uitlaatpoorten (boven) en de spoelpoorten;
2. dwarsspoeling, de spoelpoorten staan tegenover de uitlaatpoorten die hoger zijn, dus eerder openen en later sluiten;
3. langsspoeling, spoelpoorten in de cilinderwand en uitlaatkleppen in de kop.
Een tweetaktmotor heeft één arbeidsslag op twee zuigerslagen, een viertaktmotor één arbeidsslag op vier zuigerslagen. Het vermogen van de tweetaktmotor is dan ook, bij vergelijkbare constructie, bijna tweemaal zo groot, echter door spoelverliezen ca. 1,8 maal zo groot. Ten opzichte van de viertaktmotor heeft de tweetaktmotor het nadeel van een groter brandstof-en olieverbruik. Een voordeel is het ontbreken van kleppen en de aandrijving ervan. De tweetaktmotor wordt o.a. als snellopende motor (benzine-, dieselmotor) gebruikt in auto’s, als langzaamlopende dieselmotor in schepen.