bn.,
1. twee jaren oud: een tweejarig kind;
2. twee jaren durend: zijn tweejarig verblijf op Java;
3. waaraan een cyclus van twee jaren ten grondslag ligt: tweejarige planten .
Tweejarige planten, symbool ⊙⊙, bloeien niet in het jaar waarin zij kiemen (en een wortelrozet of een overwinterend knolletje of bolletje vormen) maar in het daarop volgende jaar, en vormen dan zaad. De levenscyclus voltrekt zich dus wel in 1 jaar, maar de plant heeft twee voor bloei en zaadvorming gunstige seizoenen nodig. Voorbeelden: suikerbiet en vingerhoedskruid.