Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Twain

betekenis & definitie

Mark Twain, eigenlijk: Samuel Langhorne Clemens, Amerikaans schrijver, *30.11.1835 Florida (Missouri), ♰21.4.1910 Redding (Connecticut). Twain werd na een arme, maar idyllische jeugd aan de oever van de Mississippi, boekdrukker en journalist.

Later werd hij loods op de rivier, waaraan hij zijn pseudoniem ontleende (Twain: twee vadem). Na de Secessieoorlog was hij o.a. goudzoeker, maar hij keerde terug naar de journalistiek. In zijn verhalen en romans geeft Twain een authentiek beeld van het Middenwesten, en speciaal van het leven langs en op de rivier (Life on the Mississippi, 1883). Twain was een groot humorist en satiricus, wiens werk vaak oppervlakkig is. In de romans waarin hij zijn briljante humor in balans weet te houden met de ernst van zijn onderwerp, doet hij zich echter kennen als een groot schrijver, en zijn meesterwerk The adventures of Huckleberry Finn (1855) is een centraal boek in de ontwikkeling van de Amerikaanse litteratuur. Zijn latere werk geeft blijk van een steeds toenemende bitterheid (o.a. het postume The mysterious stranger, 1916). Werken: The innocents abroad (1869; reisverslag), Roughing it (1872), The gilded age (1873), The adventures of Tom Sawyer (1876), A tramp abroad (1880), A Connecticut yankee in king Arthur’s court (1889), The American claimant (1892), Pudd’nhead Wilson (1894).

LITT. N.H. Smith, M. Twain (1962); J. Kaplan, Mr. Clemens and M.

Twain (1966); J.M. Cox, M. Twain (1967); H. Mill, M. Twain (1973).

< >