Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Turks

betekenis & definitie

I.

bn., van, uit Turkije; van de Turken; aan Turkije behorend; vroeger ook: islamitisch, moslims; vandaar: liever dan paaps, liever islamitisch dan rooms-katholiek (zegsw. bij antikatholieken); Turkse trom, grote hoge trom die aan beide zijden geslagen wordt;

II. zn., o., het geheel van de talen der Turkse volken.

Ondanks het grote gebied waarover zij zich uitstrekken, vertonen deze talen zoveel overeenkomst, dat men beter van dialecten kan spreken. Alleen de taal der Jakoeten aan de Lena en die der Tsjoevasjen aan de Wolga vertonen belangrijke afwijkingen. Het conservatieve karakter van de Turkse talen is een gevolg van het feit dat de zelfstandige naamwoorden en werkwoorden zijn opgebouwd uit onveranderlijke eenlettergrepige stamvormen, waaraan een groot aantal suffixen gehangen kan worden (agglutinatie); daarbij heerst een in het algemeen streng volgehouden vocaalharmonie, d.w.z. dat het vocalisme der suffixen zich richt naar dat van de stamvormen. Indeling van de Turkse dialecten is meermalen beproefd, o.a. door Radloff. Een latere indeling (van Samoilowitsj) is die in:

1.een noordoostelijke groep, waartoe de uitgestorven talen van de Orchoninscripties (Kök-Turks) en van de Oeigoeren behoren, benevens een aantal door de Altaj-Turken gesproken dialecten en het Jakoetisch;
2. een noordwestelijke groep, die zich van het Altajgebergte door Zuid-Siberië tot in Rusland en Polen uitstrekt; hiertoe behoren de talen der Kirgie-

zen, der Siberische Tataren, der Wolga-Tataren en der Basjkieren;

3. een zuidoostelijke groep, omvattende Turkse volken in Westen Oost-Toerkestan en Afghanistan (o.a. de Oezbeken);
4. de zuidwestelijke groep, waartoe behoren de Toerkmenen, de Turken van Perzië en de Kaukasus, die Azeri (Azerbeidzjaans) spreken, en de Osmanen;
5. enkele talen, die men proto-Turks zou kunnen noemen; deze groep vormt een soort overgang naar het Mongools en is alleen nog maar vertegenwoordigd door het Tsjoevasjisch. Vroeger schijnen ook de talen der Chazaren, Koemanen en Bulgaren hiertoe te hebben behoord. Van al deze dialectgroepen hebben vooral de zuidoostelijke en zuidwestelijke groepen onder invloed van de islam een zeer groot aantal Arabische en Perzische woorden in zich opgenomen. In Turkije wordt sinds 1928 het Turks in Latijnse lettertekens geschreven, voorheen in Arabisch schrift.

LITT. J.Deny, Grammaire de la langue turque (1921; 2e dr. 1971); N.Poppe, Introduction to Altaic linguistics (1965); A.H.Nauta, Turks voor Nederlanders (2e dr. 1973); G.L.Lewis, Turkish grammar (2e dr. 1975); R.Underhill, Turkish grammar (1976); G.Hazai, Kurze Einführung in das Studium der türkischen Sprache (1978).

< >