Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Turken

betekenis & definitie

groep Turkstalige volken; in engere zin: de inwoners van de republiek Turkije. Het Turkse volkerenconglomeraat is ontstaan in Centraal-Azië en was oudtijds sterk met andere volken, vooral Mongolen, vermengd.

De Hunnen hadden een sterk Turkse inslag. In de 6e eeuw versloegen de Toe-Kioe (Chinese naam voor wat de Byzantijnen Tourkoi noemden) met behulp van China de Mongoolse Joean-Joean en stichtten onder leiding van Boemyn (✝️552) een eigen rijk in Sintjiang. Dat werd in 745 geliquideerd door een ander Turks volk, de Oeigoeren. De twee andere hoofdgroepen van de Turken waren de Karloeken en de Kirgiezen, die in 740 of in 741 het vroegere Oeigoerse rijk grotendeels uiteensloegen en de Oeigoeren naar Sintjiang verdreven. De Oeigoeren hadden zich deels tot het manicheïsme en het nestoriaanse christendom bekeerd, waren verreweg het meest beschaafde Turkse volk, verdrongen de Indo-Europese talen (m.n.het Tochaars) uit Centraal-Azië en werden de voornaamste dragers van de verturksing. In de 8e eeuw nam het Arabische kalifaat van de Abbasiden vele Turken in dienst.

Verder drongen verschillende Turkse volken, Chazaren, Bulgaren en Petsjenegen het Oosteuropese steppengebied binnen. De Turkse stam van de Seltsjoeken stichtte in 1034—35 een rijk, infiltreerde het Abbasidenkalifaat en bezetten in 1055 Bagdad, vervolgens Armenië, grote delen van Syrië en Klein-Azië. Het Seltsjoekenrijk werd vooral van betekenis door de institutionele en culturele invloed die het op het sinds de 14e eeuw gevormde Osmaanse Rijk (zie Turkije, GESCHIEDENIS) uitoefende. De Turken speelden een belangrijke rol in de formeel Mongoolse rijken van de Gouden Horde en die van Timoer Lenk.

Na de middeleeuwen verloren de Turken buiten het Osmaanse Rijk hun zelfstandigheid: de Oeigoeren in Sintjiang werden opgenomen in het Chinese, de Turken in het Wolgagebied, Transkaukasië en West-Toerkestan in het Russische rijk. In de USSR kregen de Turkse minderheden (Tataren, Kirgiezen, Toerkmenen, Basjkieren) formeel autonomie,evenals de Oeigoeren in de Chinese Volksrepubliek. Het Osmaanse Rijk heeft tot de 20e eeuw geen Turks-nationaal karakter gehad. Daarin is vooral door het pantoeranisme en door de terugwerping van Turkije op zijn eigen volksgrenzen veel verandering gekomen. In het huidige Turkije heerst een sterk, traditionalistisch, panturks bewustzijn.

LITT. R.Peters, Gesch. der Turken (1961); C.Cahen, Pre-Ottoman Turkey (1968).

< >