Zuidamerikaanse Indianen die tot de 16e eeuw de Braziliaanse kuststreek bewoonden, van de monding van de Amazone tot in het zuiden van de huidige staat São Paulo. De Tupinamba combineerden de verbouw van gewassen (maïs, maniok, bonen, aardappelen, tabak) met jacht, visserij en het verzamelen van voedsel.
Zij woonden in versterkte dorpen in familiehuizen, waarin groepen tot wel 200 mensen woonden. Zij waren erg oorlogszuchtig en beruchte kannibalen. Voorzover zij niet naar het binnenland getrokken zijn (de Guaraní in Paraguay), zijn zij uitgestorven, resp. uitgemoord door de Portugezen.