m. (-s), tunnelvormige, meestal continu werkende oven waar de werkstukken op een transportband of op wagentjes met een zekere snelheid doorheen gevoerd worden.
Tunnelovens worden toegepast in de keramische industrie ( zie baksteen, BAKSTEENFABRICAGE), glasindustrie en als moffeloven. Zij worden gestookt met olie of gas, of zijn voorzien van elektrische verwarming, de moffelovens wel van infraroodstralers. De werkstukken worden tijdens hun doorgang gewoonlijk eerst opgewarmd, op een zekere temperatuur gehouden en geleidelijk afgekoeld.