Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Tuigleder (tuigleer)

betekenis & definitie

o., plantaardig gelooid leder dat tamelijk veel vet (8—12 %) bevat.

Het tuigleder wordt gemaakt van lichte tot middelzware runderhuiden. Het wordt geleverd in halve huiden of halzen, soms in huiden waarvan de liezen zijn afgesneden, zgn. hele banen. De dikte varieert van 2,5—5 mm. Het is gevet met rundvet en een klein gedeelte olie (traan of spermaceetolie). Het is meestal naturel, lichtgeel bruin of zwart gekleurd, in enkele gevallen donkerbruin. Het leder wordt gebruikt voor het maken van tuigen voor paarden, (eind jaren zeventig) voor zware damesschoudertassen en voor zittingen, ruggen en armleggers van stoelen.

< >