Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Tuften

betekenis & definitie

[Eng. tuft, kwastje],

I. bn., met lussen;

II. zn. o., weefsel, tapijt met lussen; ui.

III. onbep. het vervaardigen van een pooltapijt op machine, waarbij de poolgarens afzonderlijk worden geregen door naalden.

Net als bij een naaimachine wordt bij tuften de naald met het poolgaren door een grondlaag of drager geprikt. Wanneer de naalden worden teruggetrokken, houden grijpers aan de achterzijde van de grondlaag het garen even vast, waardoor een rij lussen wordt gevormd. Door de grondlaag langzaam te verplaatsen, krijgt men rijen lussen die aan de andere zijde worden vastgezet met een latex hechtlaag. De lussen kunnen ook worden doorgesneden, waardoor een toeftapijt ontstaat, anders blijft het een bouclétapijt. Voor de grondlaag wordt veel polypropyleen bandjesweefsel toegepast, maar ook vliezen van nylon, polyester en polypropyleen of mengsels hiervan. Tufteds worden vaak voorzien van een extra rug van jute (secondary backing) of van een latex of polyurethaan schuimrug ter verhoging van de dimensionele stabiliteit en de veerkracht.

Tufted tapijten kunnen hun kleur verkrijgen door de garens te verven in strengvorm of door ze met dessins te bedrukken. De tufted-industrie vindt haar oorsprong in de VS en is voortgekomen uit een oud handwerk. Hierbij werden beddespreien gemaakt door een katoenen weefsel te doorsteken met naald en draad (kaarsenpitten), waardoor lussen aan het oppervlak werden gevormd. Later ging men hiervoor naaimachines gebruiken. Ca. 1940 werd een machine gemaakt met een aantal naalden naast elkaar; ca.1950 konden tapijten van 3,5 m breed worden gemaakt. Niet alleen in de VS, maar ook in West-Europa heeft deze techniek daarna een stormachtige ontwikkeling doorgemaakt en het traditionele weven van tapijten teruggedrongen of vrijwel geheel doen verdwijnen.

< >