v./m. (—s), toespraak waarmee een regerend vorst de jaarlijkse opening van de zitting der volksvertegenwoordiging verricht.
De troonrede geeft niet de mening van de vorst, maar van de verantwoordelijke regering weer en bevat de programmapunten van het regeringsbeleid voor de komende parlementaire periode. In Nederland wordt de troonrede jaarlijks op de derde dinsdag van september (Prinsjesdag) gehouden. In België is zij niet meer gebruikelijk.