Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Trompet

betekenis & definitie

v./m. (—ten),

metalen blaasinstrument, met beker en ketelmondstuk; m.n. de krijgstrompet: de trompet steken; spreekhoorn (op schepen); een orgelregister, het sterkste van de tongwerken, dat als 16’, 8’ en 4’ op pedaal en als eerste en tweede manuaal voorkomt; trompetvis. Op de trompet kan men zonder hulpmiddelen alleen natuurtonen voortbrengen. Dit werd ondervangen, toen een schuifsysteem het mogelijk maakte de hoogte van de natuurtonen te wisselen (schuiftrompet). Toen de uitvinding van de ventielen ook op de trompet werd toegepast, werd zij een volledig chromatisch instrument (zie hoorn, MUZIEK). Naast de sopraantrompet kent men de alt— en bastrompet. De trompet komt in verschillende stemminge voor: A, Bes, Es en F. aërofonen.

< >