Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Trinidad en tobago

betekenis & definitie

(Republic of Trinidad and Tobago), onafhankelijke republiek voor de Venezolaanse kust, bestaande uit de eilanden Trinidad (4828 km2) en Tobago (300 km2), 1,1 mln. inw. Hoofdstad: Port of Spain (op Trinidad).

FYSISCHE GESTELDHEID

Geologie, reliëf en afwatering. Trinidad ligt op het Zuidamerikaanse continentale plat; door postpleistocene stijging van het zeeniveau is het eiland van Venezuela afgescheiden. De Northern Range van Trinidad (hoogste top Mount Aripo, 941 m) is een voortzetting van het kustgebergte van Venezuela. Ten zuiden ervan liggen de Central Range en de Southern Range (beide tot 300 m). Tussen de ketens liggen de alluviale laaglanden van Trinidad. De schiereilanden aan de zuidwesten de noordwestkust omsluiten de Golf van Paria.

Rivieren (o.a. Caroni, Oropuche, Couva) monden uit in de lagunes van de lage westkust. De noord-, oosten zuidkust zijn klifkusten.

Tobago is van vulkanische oorsprong; de Main Ridge is 572 m boven zeeniveau. Noordelijk van het eiland ligt de Tobagotrog.

Klimaat en flora. De eilanden hebben een tropisch zeeklimaat. De jaarlijks gemiddelde neerslag is aan de oostkust onder invloed van de noordoostpassaat 2500 mm, aan de westkust bedraagt de neerslag 1500 mm. De regen valt m.n. in de maanden juni—dec. De jaarlijks gemiddelde temperatuur is 29 °C. Het altijdgroene regenwoud bedekt de Northern Range en een deel van het oosten van Trinidad; evenals de bergen van Tobago. Het drogere westen van Trinidad heeft savannen.

BEVOLKING

De bevolking van Trinidad is voor 43 % van Afrikaanse afkomst, 14 % van gemengde afkomst; 41 % zijn Indiërs. Er is een kleine groep Europeanen (2 %). De bevolking van Tobago is vrijwel geheel van Afrikaanse herkomst.

Taal. De officiële taal en handelstaal is Engels. Godsdienst. Van de christelijke groeperingen is de Rooms-Katholieke Kerk de grootste. Verder zijn er groepen hindoes en islamieten.

Communicatie. Er verschijnen twee dagbladen met een oplage van 90000 exemplaren. Van de 70300 telefoonaansluitingen bevindt zich 50 % in Port of Spain.

ECONOMIE

Landbouw. De cultuurgronden liggen vooral in het westen van Trinidad. Exportgewassen worden veel verbouwd: suikerriet (15 % van het arbeidspotentieel is er in werkzaam), citrusfruit, cacao, kokosnoten, tabak, rijst, groenten. Op Tobago cacao, kokosnoten en banenen. Van de voedingsgewassen moet een deel worden geïmporteerd.

Mijnbouw. In 1908 werd het eerste olieveld on-shore ontdekt. De produktie van de binnenlandse velden (alleen het veld Point Fortin is van enig formaat) loopt voortdurend terug. Sinds de jaren vijftig wordt ook in zee olie en gas opgespoord (o.a. de velden Teak, Samaan, Poni). De off-shore-velden leveren 80 % van de totale produktie (11,6 mln. t olie). De aardgasreserve bedraagt 481 mrd. m3.

De asfaltproduktie uit het asfaltmeer Pitch Lake dekte' tot de Tweede Wereldoorlog 75 % van de wereldbehoefte. Door de hoeveelheid asfaltbitumen die bij destillatie van ruwe aardolie ontstaat, is de betekenis van de produktie van Trinidad-épuré, de geraffineerde kwaliteit van de grondstof uit het asfaltmeer, achteruitgegaan (1976 nog 64600 t). Industrie. Trinidad is een groot raffinageland met een zeer grote raffinaderij te Pointe a Pierre (capaciteit tot 23 mln. t/jaar), waar 73 % van de importolie uit Venezuela, Colombia en Saoedi-Arabië wordt verwerkt. De regering is van plan voor het aardgas een vloeibaarmakingsinstallatie te bouwen. Verder produceren 600 bedrijven een grote verscheidenheid aan artikelen: voedingsmiddelen, tabakswaren, rum, cosmetica, kleding, meubels, plastics, bouwmaterialen, verf, auto-assemblage, radio’s en televisies.

Verkeer en toerisme. Het wegennet is 6500 km lang. De internationale luchthaven is Piarca International, nabij Port of Spain. De havens zijn Port of Spain (belangrijkste), San Fernando, Chaguaramas, Point Fortin, Point Tembladora, Pointe a Pierre. Op Tobago: Scarborough. De flora en fauna zijn attractief voor toeristen.

STAATSINRICHTING

Bestuur. Sedert 31.8.1976 is de staat een onafhankelijke republiek en lid van het Gemenebest. De president is staatshoofd, bijgestaan door de ministerraad. De wetgevende macht bestaat uit twee kamers: Huis van Afgevaardigden (36 leden) en Senaat (24 leden).

Munt. De munteenheid is de Trinidad and Tobago dollar (TT $), verdeeld in 100 cent. Op 1.4.1980 was de koers 1 TT $ = f 0,79 = BF 11.

Onderwijs. Lager en voortgezet onderwijs is gratis en verplicht van 6-12 jaar. Technisch en handelsonderwijs wordt gegeven aan vier door de staat gesubsidieerde scholen. In Port of Spain is een landbouwfaculteit van de universiteit van West-Indië gevestigd.

GESCHIEDENIS

Trinidad en Tobago werden in 1498 door Colombus tijdens zijn derde reis bereikt en namens de Spaanse koning in bezit genomen. De eerste vestiging geschiedde pas in 1577 op Trinidad en in 1628 op Tobago, dat tot 1677 Nieuw-Walcheren heette. Eigendom van dit ‘suikerland’ wisselde voortdurend tussen Holland, Frankrijk en Engeland, tot het in 1802 definitief Brits werd. Op Trinidad werd voornamelijk tabak verbouwd, met behulp van (weinig) negerslaven nadat de Indiaanse bevolking was uitgestorven ten gevolge van de gedwongen arbeid. Er waren echter zo weinig kolonisten, dat Spanje in 1783 vrije vestiging toestond aan alle rooms-katholieken, mits zij hun slaven meebrachten. Dit deden voornamelijk Franse planters van de naburige eilanden.

Tijdens de Engels-Spaanse Oorlog werd Trinidad in 1797 door Engeland veroverd, wat werd bekrachtigd bij de Vrede van Amiens (1802). Tijdens de Zuidamerikaanse vrijheidsoorlogen vestigden er zich vele Spaanse immigranten. Na de afschaffing van de slavernij (1834) kwamen er veel Britse planters van de ‘oude’ suikereilanden (waar de grond was uitgeput), waardoor er ook op Trinidad suikerplantages kwamen. Door de schaarste aan arbeidskrachten, die hoge lonen tot gevolg had, trokken ook veel ex-slaven van de volle eilanden naar Trinidad. Tussen 1844—1917 werden bovendien ruim 145000 contractarbeiders uit India aangetrokken, van wie ca. twee derde er bleef. In 1899 werden Trinidad en Tobago samengevoegd en in 1962 onafhankelijk lid van het Gemenebest, met de Britse koningin als nominaal staatshoofd.

Sinds 1956 is E.Williams van de People’s National Movement premier. In 1970 braken ernstige rellen uit, gepaard met plundering, brandstichting en muiterij van een deel van het leger. De noodtoestand werd uitgeroepen en op verzoek van de regering grepen de VS en Engeland militair in. Op 1.8.1976 werd Trinidad en Tobago een republiek, met als president sir Ellis Clarke, tot dan toe gouverneur-generaal.

LITT. G.Carmichael, The history of the West Indian islands of Trinidad and Tobago 1498—1900 (1961); D.Wood, Trinidad and Tobago in transition (1968).

< >