v./m. (-goten), gootvormig transportwerktuig voor stukof stortgoed waarin het transport plaatsvindt door middel van trillingen.
Naar de werkwijze worden de trilgoten in twee groepen verdeeld.
1. Schuifgoten hebben een maximale verticale versnelling die kleiner of gelijk is aan die van de vrije val. Het te transporteren materiaal heeft steeds een wrijvingscontact met de goot en het beweegt zich voort als gevolg van het verschil in wrijvingskracht tijdens de open neergaande gootbeweging.
2. Werpgoten hebben een maximale verticale versnelling groter dan die van de vrije val. Op het moment dat beide versnellingen gelijk en gelijkgericht zijn en die van de goot verder toeneemt, komt de (korrelige) massa los van de goot. De massa volgt vanaf dit moment een kogelbaan en valt op de goot terug wanneer de kogelbaan en de gootbeweging elkaar kruisen. Bij schuifgoten is de transportsnelheid niet afhankelijk van de laagdikte van het stortgoed, bij werpgoten wel. Trilgoten worden toegepast voor transport over korte afstanden (tot 50 m) en wel als doseergoten (voor afgepaste hoeveelheden), uittrekorganen voor stortbunkers, sorteergoten en trilvulapparaten. Zie schudgoot, trilzeef.