[Eng.], o., (petrochemie) katalytisch ontzwavelingsproces, waarbij door primaire destillatie of kraking verkregen aardoliefracties met behulp van waterstof worden ontzwaveld.
Het trickleproces geeft naast de verwijdering van de zwavel en een gedeelte van de stikstof, een kwaliteitsverbetering van kleur, brandeigenschappen en door het verzadigen van de aanwezige olefines een verbetering van de opslagstabiliteit.
Het uitgangsmateriaal wordt met een waterstofrijk gas vermengd, in trappen verhit en van boven naar beneden door een reactor geleid, die gevuld is met een pilvormige katalysator (kobalt/molybdeen of nikkel/molybdeen op aluminiumoxide). Onder de reactieomstandigheden (330-380 °C, 40-60 kg/cm2 druk) blijft het reactiemengsel gedeeltelijk vloeibaar en druppelt (trickles) over de katalysator naar beneden. De zwavel wordt in de vorm van zwavelwaterstof (H2S) verwijderd en door wassen aan het gasmengsel onttrokken.