o., driekleurigheid.
Trichroïsme, de eigenschap van sommige kristallen licht van verschillende polarisatietoestand in ongelijke mate te absorberen, is in wezen hetzelfde als dichroïsme. Het komt b.v. voor bij cordiëriet; ziet men in een bepaalde richting hier doorheen, dan is de kleur grijsgroen; er is echter een tweede richting, loodrecht op de eerste, waarin het kristal geel is, en in een derde richting, loodrecht op de beide vorige richtingen, is het indigoblauw.