Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Treub, marie willem frederik

betekenis & definitie

Ned. econoom en politicus, *30.11.1858 Voorschoten, ♱ 24.7.1931 ’s-Gravenhage. Treub was wethouder van financiën te Amsterdam (1893—95), hoogleraar te Amsterdam (1896—1904) en lid van de Tweede Kamer voor de Vrijzinnig Democratische Bond (1904-13).

In 1913 werd hij minister van Landbouw, Handel en Nijverheid en van 1914—18 was hij (met een korte onderbreking) tevens minister van Financiën. In laatstgenoemde functie bracht Treub de eerste oorlogslening tot stand en beijverde hij zich de gevolgen van de oorlog voor handel en kredietwezen te beperken. In 1918 stichtte hij de Economische Bond, waarin hij alle liberalen hoopte te verenigen in de strijd tegen de toenemende overheidsinmenging; deze ging in 1921 op in de Vrijheidsbond. Van 1921—30 was hij voorzitter van de Ondernemersraad van Ned.-Indië. Treub was aanhanger van de Historische School. Hij was voorstander van coöperaties en een betere sociale positie van de arbeiders, fel bestrijder van het socialisme, m.n. het marxisme. Werken: Het wijsgerig-economisch stelsel van Karl Marx (1902), Oorlogstijd (1916), De economische toestand van Nederland (1917), Deelneming van de overheid aan het bedrijfsleven (1923), Herinneringen en overpeinzingen (1931).

< >