Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Treitschke

betekenis & definitie

Heinrich von, Duits historicus, *15.9. 1834 Dresden, ♱28.4.1896 Berlijn. Von Treitschke was hoogleraar te Leipzig (1859), Freiburg (1863), Kiel (1866), Heidelberg (1867), Berlijn (1874).

Van 1871—84 was hij lid van de rijksdag. Von Treitschke wilde de sociologie in de staatswetenschappen integreren. Als historicus streefde hij vooral het geven van politieke lessen ten behoeve van de actualiteit na, waarbij nationalisme en het streven naar een door Pruisen tot eenheid gebracht Duitsland vooropstonden. Von Treitschke was een van de belangrijkste publicistische propagandisten van de politiek van O.von Bismarck, die hij Herold der Reichsgründung noemde. Hij ontwikkelde zich van een liberaal tot een conservatief nationalist. Werken: Die Gesellschaftswissenschaft (1859), Historische und politische Aufsätze (4 dln. 1865—97), Frankreichs Staatsleben und der Bonapartismus (3 dln. 1865—71), Die Republik der vereinigten Niederlande (1869), Deutsche Geschichte im 19.Jahrhundert (5 dln. 1879-94; tot 1848; hoofdwerk).

Uitgaven: Vorlesungen über Politik, door M.Cornicelius (2 dln. 1898); Briefe, door M.Cornicelius (3 dln. 1912—20); Aufsätze, Reden und Briefe, door K.M. Schiller (5 dln. 1929).

LITT. W.Bussmann, Treitschke (1952); H. Schleier, Sybel und Treitschke (1965).

< >