o. (-len), samenstel van spoorwegrijtuigen die permanent gekoppeld zijn tot een eenheid met eigen tractie-installatie(s).
De tractie-installaties zijn gewoonlijk in motorrijtuigen geconcentreerd; ook komt het bij (dieselelektrische tractie voor dat de tractiemotoren over verschillende rijtuigen zijn verdeeld. Treinstellen zijn aan beide einden van een stuurstand voorzien en kunnen meestal onderling tot een trein gekoppeld worden. Gewoonlijk worden alle treinstellen van een dergelijke trein tevens door stuurstroomleidingen verbonden (treinschakeling, multipleschakeling); automatische koppeling. Hierdoor kunnen alle motoren gelijktijdig vanuit de voorste stuurstand bediend worden. Het rijden met treinstellen heeft het voordeel dat treindelen gemakkelijk gesplitst en gecombineerd kunnen worden.