Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Tras

betekenis & definitie

m./o.

1. fijngemalen tufsteen als grondstof voor metselspecie;
2. trasmortel.

Tras behoort tot de stoffen van natuurlijke herkomst die kiezelzuur bevatten in een dermate reactieve vorm, dat het al bij normale temperatuur met calciumhydroxide (gebluste kalk) kan reageren tot calciumhydrosilicaat, een bindmiddel met goede hydraulische eigenschappen. Tras wordt, meestal in combinatie met portlandcement, nog gebruikt:

1. in metselof betonspecie ter verbetering van de verwerkbaarheid;
2. in een betonmengsel dat te weinig fijne deeltjes bevat als fijn toeslagmateriaal teneinde de waterdichtheid van het verharde beton te bevorderen;
3. vanwege zijn vermogen kalk te binden om de weerstand tegen aantasting van beton te verbeteren. De kennis omtrent de werking van tras is nog onvoldoende.

GESCHIEDENIS

Tras werd aanvankelijk uitsluitend gebruikt voor metselmortel. De Romeinse techniek van het gebruik van puzzolaan, een overeenkomstig vulkanisch produkt, als cement in beton, was in de middeleeuwen verloren gegaan. Men onderscheidde:

1. de sterke trasmortel, uitsluitend tras en kalk, b.v. in gelijke maatdelen, meestal gebruikt voor metselwerk onder het grondwaterpeil;
2. de bastaardtrasmortels als ook nog zand werd toegevoegd, b.v. kalk : tras : zand = 3:2:1. De uitvinding van het portlandcement (midden 19e eeuw) en de ontwikkeling ervan en van de betontechniek daarna drongen de trasfabricage terug.

< >