Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Transkei

betekenis & definitie

(Republic of Transkei), door Z.-Afrika onafhankelijk verklaard thuisland in Z.O.-Afrika, aan de Indische Oceaan (verder niet erkend), 43798 km2, 1,9 mln. inw. (inclusief twee enclaves in ZuidAfrika). Hoofdstad: Umtata.

FYSISCHE GESTELDHEID

Het gebied bestaat van west naar oost uit drie fysisch-geografische regio’s:

1. sterk versneden hellingen en plateaus van de Drakensbergen (1350—1800 m boven zeeniveau), met ca. 1000 mm neerslag per jaar en grote temperatuurschommelingen (het aantal vorstdagen in de Drakensbergen bedraagt 150);
2. hefplateau van het binnenland, 300—900 m boven zeeniveau, een savannegebied met diep ingesneden rivierdalen; de jaarlijks gemiddelde neerslag is 800—1000 mm;
3. de met tropische vegetatie begroeide vlakte langs de Indische Oceaan met deels een klifkust; de jaarlijks gemiddelde neerslag 1000-1400 mm.

BEVOLKING

In de republiek Zuid-Afrika zijn ca. 1,9 mln. personen (Bantoes die behoren tot of afstammen van in Transkei gevestigde stammen) woonachtig en werkzaam. De Ngoeni sprekende Bantoebevolking bestaat m.n. uit Xhosa, Temboe en Pondo, kleinere stammen zijn Bhaca en Mfengoe. De Maloeti spreken Sotho. Verder wordt er Engels en Afrikaans gesproken. Veel Xhosa zijn christelijk. Binnen de stamverbanden worden eigen tradities in ere gehouden.

Landbouw, is de voornaamste steunpilaar van de economie; in hoofdzaak zelf verzorgend. De helft van het benodigde voedsel (maïs) moet worden ingevoerd. Er zijn 383000 boeren. De regering wil door intensief onderwijs en moderne landbouwmethoden (landbouwcollege te Tsolo) de opbrengst per hectare sterk verhogen. Uitbreiding van de landbouwindustrieën (thee, koffie, hennep) wordt van staatswege gestimuleerd. Neerslag maakt uitbreiding van irrigatie mogelijk: Malengeproject (240 ha: aardappelen, maïs, bonen, tarwe, kool), Orange Groveproject (groenten), Qamataproject (3566 ha: tarwe, maïs, luzerne, bonen, groenten), Ncoraproject (5600 ha).

Veeteelt. De veestapel omvat 2,5 mln. schapen, 1,4 mln. geiten, 1,3 mln. runderen, 0,12 mln. paardachtigen. Het land kan maximaal door 1,8 mln. stuks vee begraasd worden. Overbeweiding is een groot probleem.

Bosbouw. Voor bosbouw is 300000 ha geschikt; 70000 ha is bestaand bos. Van regeringswege wordt 65000 ha herbebost (pijnbomen, eucalyptus en teenhout). Er zijn 28 zagerijen.

Mijnbouw. De omvang van de bodemschatten is nog niet vastgesteld. Het voorkomen van koper, nikkel, kolen en marmer is geconstateerd.

Industrie. Door stimulering van de industrie wordt de werkgelegenheid in eigen land groter. In Butterworth is enige lichte industrie gevestigd: wol, zakkenfabricage.

Verkeer. Transkei heeft een goed wegennet; 8800 km spoorlijn. Post, telegraaf en telex zijn in regeringshanden. Er zijn geen grote vliegvelden; bij Umtata ligt het internationale vliegveld KD Matanzima. De haven is Port Saint Johns aan de monding van de Umzimvubu.

STAATSINRICHTING. Bestuur. Sedert de onafhankelijkheid (26.10.1976) wordt de regering gevormd door de president (benoemd door de Nationale Assemblee voor zeven jaar) en door de ministerraad. De Nationale Assemblee is de éénkamerwetgevende vergadering, bestaande uit 150 leden (75 leden benoemd bij algemene verkiezingen, 5 paramount chiefs, 70 chiefs). De regering staat geen apartheidspolitiek voor. Van april 1978—febr. 1980 verbrak Transkei de diplomatieke banden met Zuid-Afrika, in de hoop erkenning in de wereld als soevereine staat te verwerven.

Munt. De munteenheid is de rand, verdeeld in 100 cent. Op 1.4.1980 was de koers 1 rand = f 2,82 = BF 40.

Onderwijs. Het onderwijs geniet alle aandacht: er is lager, voortgezet, volwassenenen vakonderwijs. Van het onderwijzend personeel voor lager onderwijs zijn 70 % vrouwen. Universitair onderwijs wordt in Fort Hare gegeven; een nieuwe universiteit is in opbouw in Umtata.

LITT. R.Derricourt, Beyond the Cape frontier (1974).

< >