v. (-s), produktie van bacteriofaagof virusdeeltjes, maar niet doordat de cel tevoren met een dergelijk deeltje was geïnfecteerd, maar doordat het intacte DNA (of RNA) aan de cel was toegevoegd.
De levende cel kan, zij het met lage frequentie, ook vrije DNA-moleculen uit haar omgeving opnemen, die daarna in de cel actief kunnen worden. Transfectie biedt hiermee een mogelijkheid de biologische activiteit van DNA-moleculen te meten.