Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Transducent

betekenis & definitie

m. (-en), omzetter van de ene energiesoort in een andere, m.n. van mechanische of akoestische trillingsenergie in elektrische energie en vice versa.

Transducenten worden gekenmerkt door (algemene) gevoeligheid (resp. rendement), frequentiekarakteristiek en richtingsafhankelijkheid. Naar functie zijn zij te onderscheiden in trillingsexcitators (‘zenders’, b.v. luidspreker) en trillingsopnemers (‘ontvangers’, b.v. hydrofoon, microfoon). Naar de werking onderscheidt men actieve en passieve transducenten, resp. met en zonder inwendige energiebron. De gangbare passieve transducenten voldoen aan het reciprociteitstheorema en kunnen dientengevolge als ontvanger èn als zender dienst doen (b.v. de elektrostatische microfoon, resp. luidspreker). Andere principes waarop transducenten berusten zijn: het elektrodynamisch beginsel, terug te voeren op de lorentzkracht, toegepast in luidsprekers, microfoons en pick-up-elementen; het elektromagnetisch beginsel: een trillend (metalen) plaatje induceert een e.m.k. in de spoel rond een staafmagneet; veel toegepast in koptelefoons; elektrostrictie, fotogeleiding, magnetostrictie (vooral voor ultrasone trillingen); piëzo-elektriciteit. Bij de actieve transducenten wordt door een uitwendige bron (meestal elektrische) energie toegevoerd, die door de transducent wordt geregeld. Hierbij kan de afgegeven signaalenergie de opgenomen signaalenergie overtreffen: de transducent is dan tevens versterker.

De belangrijkste actieve ontvangers zijn de koolmicrofoon en het rekstrookje. Een voorbeeld van een transducent waarvan de gevoeligheid met de richting varieert is de cardioïde microfoon.

< >