Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Totius

betekenis & definitie

eigenlijk: Jacob Daniël du Toit, Zuidafrikaans dichter, *21.2.1877 Paarl, ♱1.7.1953 Potchefstroom; zoon van S.J.du Toit. Totius promoveerde in 1905 in de theologie aan de Vrije Universiteit te Amsterdam.

Van 1911—49 was hij hoogleraar in Potchefstroom. Totius zette de bijbelvertaling in het Afrikaans voort, waaraan zijn vader begonnen was. Hij maakte ook een berijming van de psalmen. Zijn vroegste gedichtenbundels gaan vooral over de Boerenoorlog en het verleden van de Afrikaners; de laatste bevatten persoonlijke lyriek. In zijn werk zijn een geleidelijke ontwikkeling en modernisering zichtbaar van zijn aanvankelijk Nederlands getinte Afrikaans. Werken: By die monument (1908), Verse van Potgieters trek (1909; herdr. als Uit donker Afrika, 1936), Wilgerboombogies (1912), Rachel (1913), Trekkerswee (1915), Passieblomme (1934), Skemering (1948).

LITT. M.Scholtz (red.), Dielewende Totius (1977).

< >