o., een onderwijsmethode.
Het totaliteitsonderwijs probeert aan te sluiten bij het kind, dat zijn ervaringen als een geheel beleeft. Het ziet b.v. in het dorp boerderijen, een fabriek, heel oude huizen, een station. Daar komen dus allerlei ‘vakken’ bij te pas: plant- en dierkunde, geschiedenis, godsdienst, aardrijkskunde. Bij het totaliteitsonderwijs gebruikt men inhouden die traditioneel over verschillende vakken verspreid zijn en behoudt men samenhangende gehelen die geordend zijn naar de ervaring. Door onderzoek en analyse wordt deze ervaring beter begrepen en in verband gebracht met andere kennis. Men spreekt ook wel van ‘Gesamtunterricht’. Een vorm ervan is het projectonderwijs.
LITT. N.Deen, Totaliteitsonderwijs (1968).