[Ital., boomstomp], m. (-’s),
1. beeld dat slechts bestaat uit een romp zonder hoofd en met onder de knie en boven de elleboog afgesneden benen en armen;
2. een fragmentarisch bewaard gebleven kunstwerk.
Pas in de tweede helft van de 19e eeuw verscheen de torso als zelfstandig thema in de beeldhouwkunst (Rodin). Vóór die tijd (sinds de 16e eeuw) werden wel torso’s gemaakt, maar uitsluitend als ontwerp of model. De torso als zelfstandig kunstwerk kan worden beschouwd als een poging tot vrijmaking van het menselijk beeld ten opzichte van de natuur.
LITT. J.A.Schmoll, Der Torso als Symbol und Form (1954).
