(ook: Vriendschaps Eilanden), onafhankelijk koninkrijk in de Grote Oceaan ten oosten van de Fidzji Eilanden, 700 km2, 90000 inw. Hoofdstad: Nuku’alofa op Tongatapu.
Tonga omvat 169 eilanden, waarvan 36 worden bewoond. Historisch en administratief zijn er drie groepen te verdelen: Tongatapu (in het zuiden), Ha’apai (in het centrum, Vava’u (in het noorden). De oostelijke eilanden zijn uit kalksteen opgebouwd, de westelijke eilanden zijn van vulkanische oorsprong.
De gebezigde talen zijn Tongan, een Polynesische taal, en Engels. Het wekelijkse nieuwsblad en de radio-uitzendingen worden in beide talen verzorgd. De meeste inwoners belijden een christelijke godsdienst. Voor kinderen van 6—14 jaar geldt een leerplicht. De Atenisi Institute University Division heeft een afdeling met elf stafleden.
Van de bevolking vindt 74 % werk in de agrarische sector. Kokosnoten, kopra en bananen zijn de belangrijkste Iandbouwprodukten die voor een groot deel geëxporteerd worden. Andere economische sectoren zijn textielindustrie, visserij en toerisme. Groot-Brittannië is de belangrijkste handelspartner. De munteenheid is de pa’anga (Tongan dollar), verdeeld in 100 seniti. De koers was op 15.3.1980: 1 pa’anga = f2,17 = BF31.
Sinds 16.12.1965 regeert koning Taufa’a hau Tupou IV. Er is een wetgevende vergadering, bestaande uit zeven aangewezen aristocratische leden, zeven gekozen leden en acht leden van de kroonraad.
GESCHIEDENIS
De eilanden werden voor een deel in 1615 ontdekt door J.Le Maire en W.Schouten, en de andere in 1643 door A.Tasman. Na 1845 vormden zij een koninkrijk dat sterk gecentraliseerd was, met een grote mate van sociale stratificatie. De koning was tevens hoogste priester, in deze functie echter ondergeschikt aan zijn oudste zuster en haar dochter.
Dit gecentraliseerde systeem heeft, ondanks de westerse invloeden, grotendeels stand gehouden. In 1900 werd Tonga een Brits protectoraat, sinds 4.7.1970 is het binnen het Britse Gemenebest volledig onafhankelijk.
LITT. E.Beaglehole en P.Beaglehole, Pangai, village in Tonga (1946); N.Rutherford, Friendly islands (1977).